Zo, meneer/mevrouw de leidinggevende. Als het goed is, heb je het bijna allemaal voor elkaar: Een datum, een gastenlijst, een fijn coöperatieve commissie, een gesmeerde afdeling logistiek en de eervolle status van dictator. Dan is het nu tijd voor het belangrijkste gedeelte: Hoe maximaliseer je de efficiëntie van het alcohol-omzettingsproces het feest? Aangezien het niet ondenkbaar is dat je in een commissie zit met mensen die ‘bedrijfskunde’ zien als accountancy plus, zou je weleens gebombardeerd kunnen worden tot penningmeester (het is één van ons columnisten overkomen. In een landelijke feestcommissie. (Terwijl ze niet eens kan omgaan met d‘r eigen stufi. Wordt vervolgd…).
Treur niet, penningmeester is een zeer uitdagende en machtige positie. Geld is tenslotte nog altijd dikke vieze vette macht, en iedereen zal van je houden omdat je ze een op het eerste gezicht zeer saaie klus uit handen neemt. Hugo, onze eigen geliefde penningmeester van Synergy, omschrijft de taak als ‘ehm… het bijhouden van elke cent die erin en eruit gaat, het bewaren van bonnetjes, en ehm… het beslissen van waar geld heen gaat… John, schenk nog eens koffie in’, spanning alom. Het is eigenlijk doodsimpel: zorg dat er zo veel mogelijk geld binnen komt, en zorg dat dit maximaal efficiënt omgezet wordt in feestvreugde. Omgedraaide liquiditeit; hoe snel kan je geld omzetten in feestvreugde ?
De meest liquide asset is natuurlijk alcohol, de puurste vorm van feestvreugde. Hierop passen wij de Alcoholpercentage-Effectiviteitscurve van Hoogleraar D.R. Ank toe, die de effectiviteit van alcoholische dranken op de feestvreugde onderzoekt.
Uit de grafiek wordt duidelijk dat de totale feestvreugde op een avond toeneemt naarmate het percentage alcohol stijgt, tot het de top bereikt en de feestvreugde afneemt. Bij de eerste lijn, limited consumption, is te zien dat bij verantwoorde inname van alcohol het percentage feestvreugde toeneemt tot de drank een sterkte van ongeveer 50% bevat. Niet verwonderlijk; Dranken met een laag percentage alcohol laten de feestvreugde minder hoog stijgen wanneer deze in gematigde hoeveelheid genuttigd worden dan dranken met een hoog alcoholpercentage (na drie glaasjes wijn zijn de meesten gezelliger dan na drie bier). Bij meer dan 50% neemt de algehele feestvreugde af omdat er aan een glaasje Absint niet prettig genipt kan worden, en dranken met een alcoholpercentage van 80% nou eenmaal verdampt zijn voordat je goed en wel van het bouquet hebt kunnen genieten.
De tweede lijn is een ander verhaal, namelijk ‘unlimited consumption’: De lijn stijgt snel en piekt rond het alcoholpercentage van bier, aangezien ongelimiteerd geconsumeerd bier de feestvreugde nou eenmaal naar ongekende niveaus tilt. Dranken met een hoger percentage alcohol bij ongelimiteerde consumptie laten de feestvreugde zeer snel pieken, maar zijn lager in de totale hoeveelheid feestvreugde. Dit omdat zij niet alleen na een tijdje het geheugen doen vertroebelen en hiermee de after-feestvreugde verminderen (zie ook de onderzoeken van dhr H. Ang Över), maar ook de algehele sfeer bij te hoge consumptie kunnen verpesten door misselijkheid, verbroken relaties, gevechten en kapot meubilair. De lijn staat vanaf een procent of 60 op 0, omdat geen enkele onderzocht subject zeer vreugdevol was wanneer hij of zij na een fles dubbele jenever wakker werd op de intensive care.
De economisch zeer verantwoorde conclusie die we uit de liquiditeitscurve kunnen trekken is de volgende: Meneer/mevrouw de penningmeester, sla vooral heel erg veel bier in. Zonder bier geen feest. Maar luister vooral niet naar wetenschappers als het gaat om adviezen over drank: zij hebben hun hersencellen nog en daarmee bewijzen ze niet genoeg gedronken te hebben in hun leven om de uitspraak ‘ik weet niks meer, dus ik heb zeker een goede avond gehad!’ te kunnen verifiëren. Proost!
Correctheid van beschrijvingen van economische termen gewaarborgd door dhr. D. R. Ank, Emeritus-hoogleraar Economics of Ethanol aan Preston University College.
Referentie: Dhr. D. R. Ank, ‘Inverse Liquidity; Alcohol is the New Money’, (The Lancet, 2012).
.png)
