De economie in het rond

June 7th, 2016

Lisa Wekenborg

Ooit worden de materialen voor de nieuwe iPhone zeldzaam en dan zou die oude Nokia nog wel eens van pas kunnen komen.

Wat doe je met je oude mobieltje nadat jij die gloednieuwe Samsung S7 hebt gekocht? Als het scherm nog enigszins heel is, probeer je het misschien nog te slijten aan je buurvrouw/kleine neefje/oma. Helaas, veel smartphones belanden echter in een donker hoekje van de kast of krijgen meteen het doodvonnis en belanden op de vuilnisbelt. 

En zo belanden miljoenen producten elk jaar in de afvalbak, producten waar mogelijk nog veel waarde uit te halen is. Aangezien Samsung bijna elk jaar weer met een nog snellere en mooiere smartphone komt, worden consumenten gestimuleerd om om de twee jaar een nieuwe telefoon te kopen. Maar, als we blijven produceren op deze manier, zal het over enkele jaren niet eens meer mogelijk zijn om nieuwe telefoons te maken, omdat bepaalde metalen tegen die tijd niet meer verkrijgbaar zijn. 

Dat de huidige lineaire economie (kopen- gebruiken – weggooien) toe is aan vervanging, daar zijn we het allemaal over eens. Die steeds groter wordende afvalbulten zijn natuurlijk niet echt bevorderlijk voor onze gezondheid. Liever zien we een economie waarin producten aan het eind van hun levensduur hergebruikt kunnen worden, een economie waarin de kringloop gesloten wordt. Een veelgebruikte term om de nieuwe, ideale economie te omschrijven is de ‘circulaire economie’ die gekenmerkt wordt door minimaal waardeverlies en optimaal gebruik van de grondstoffen. 

In plaats van pas aan het eind van de levensduur van een product na te denken over hoe het gerecycled kan worden, wordt er in een circulaire economie in de ontwerpfase van een product al nagedacht over hoe de grondstoffen van het product weer hergebruikt kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is de duurzame smartphone, de Fairphone. Deze telefoon is zo ontworpen dat onderdelen eenvoudig vervangbaar zijn om de levensduur te optimaliseren. 

Een ander belangrijk kenmerk van de circulaire economie is dat de focus verschuift van ‘bezit’ naar ‘service’. Een voorbeeld hiervan is het ‘Pay-per-lux’ programma van Philips. In plaats van een lamp te kopen, betaal je alleen voor het verbruik van het licht. Philips blijft zo eigenaar van de lamp en zorgt ook voor het installeren en onderhoud ervan. Aan het eind van de levensduur van de lamp worden de herbruikbare onderdelen door Philips eruit gehaald en hoef jij je als gebruiker niet druk te maken over het weggooien. 

Initiatieven zoals de Fairphone en Pay-per-lux krijgen steeds meer draagvlak. Toch is er nog een hoop onduidelijkheid rondom de circulaire economie en wordt de noodzaak van de transitie naar een nieuwe economie nog niet door de grote machthebbers erkend. Voor het bedenken van nieuwe business modellen is een andere manier van denken nodig en het vraagt veel creativiteit en communicatief vermogen. Voor ons bedrijfskunde studenten, als toekomstige managers of consultants, liggen er daarom veel kansen op het gebied van de circulaire economie!